Bezoarstenen zijn een verhaal apart. Museum Vrolik bezit acht van deze mengsels van samengeklonterd haar en calciumverbindingen, afkomstig uit de magen van antilopen of gazellen en lama’s. Aan bezoarstenen werd een beschermende werking toegeschreven. Hun naam zegt het al: die komt van ‘pa zahar’: Perzisch voor tegengif. Het geloof in de steen zorgde voor een bloeiende bezoarhandel met torenhoge prijzen. Veel bezoars waren in goud gevat, om als hanger in drank van verdacht allooi te kunnen worden gedompeld. Andere werden bewaard in rijk versierde gouden doosjes.
De hamvraag is natuurlijk: werkten bezoars? Het antwoord luidt: ja. Tenminste, als er arsenicum in het spel was. De werkzame bestanddelen van een arseendrankje zijn namelijk arseniet en arsenaat. Beide stoffen schijnen een reactie aan te gaan met de bestanddelen van de bezoar. Het calciumfosfaat in die steen wordt vervangen door het arsenaat uit de drank, terwijl zwavelverbindingen in de haardelen binden aan het arseniet.