Herman Boerhaave werd op oudejaarsavond 1668 geboren als zoon van de dominee van Voorhout, een dorp in de buurt van Leiden. Tot zijn dertiende had zijn vader hem lesgegeven, Latijn en Grieks en veel Bijbelkennis. En daarna werd hij aan de Latijnse school in Leiden verder klaargestoomd voor een studie theologie, waaraan hij in 1684 begon. Als student had Boerhaave het niet breed. Vlak voor hij zijn studie begon was zijn vader overleden en hij moest rondkomen van een bescheiden beurs. Ondanks goede resultaten zou Boerhaave zijn studie theologie nooit voltooien. Hij had de verdenking op zich geladen een sympathisant van de filosoof Spinoza te zijn, wat funest was voor zijn godsdienstige carrière. Maar al tijdens zijn theologiestudie had Boerhaave interesse en buitengewoon talent getoond voor de natuurwetenschappen, en na gesjeesd te zijn als theoloog promoveerde hij in ijltempo in de medicijnen. Een academische carrière kon beginnen, eerst nog moeizaam als privaatdocent en lector maar vanaf 1709 verzamelde hij in snel tempo zijn drie medische hoogleraarschappen en andere universitaire functies. Op dit schilderij is Herman Boerhaave afgebeeld door Cornelis Troost in 1735.