Een onderarm rustend op een met doek bedekte rand van een stoel. Waar de huid niet is aangetast, verraadt ze de jeugdigheid van de patiënt. De afwijking die we op de foto zien, is veroorzaakt door de ziekte die eind negentiende eeuw een enorme bedreiging vormde voor de volksgezondheid, tuberculose (tbc), ook wel de tering of witte pest genoemd.

De foto behoort tot de verzameling foto’s met ziektebeelden die Utrechtse hoogleraren in de loop der tijd hebben aangelegd. Dankzij hun opleiding bij de beroemde chirurg Theodor Billroth in Wenen zagen zij allen de waarde in van zulke foto’s voor onderwijs en wetenschap. De collectie bestaat uit bijna vierhonderd foto’s en vertegenwoordigt de zogenaamde ‘Weense school’ in Utrecht. Deze benaming verwijst naar de Weense hoogleraren die met de collectie begonnen. De vroegst gedateerde foto uit de fotocollectie van het Stads- en Academisch Ziekenhuis Utrecht (de voorloper van het UMC Utrecht) stamt uit 1891. In die tijd was de Weense chirurg F.A. Salzer (1858-1893) hoogleraar chirurgie in Utrecht. Hij begon met het aanleggen van fotodocumentatie. Zijn opvolgers, eerst de eveneens uit Wenen afkomstige Narath (1864-1924) en later zijn leerling H.J. Laméris (1872-1948) zetten deze traditie voort. De afdrukken uit die tijd hebben nog niet de klinische uitstraling van de latere professionele medische fotografie. Ondanks de vaak schrijnende afwijkingen hebben de afbeeldingen een bepaalde schoonheid. Net zoals tuberculose komen veel van de op de foto’s getoonde afwijkingen niet meer in dezelfde vorm voor.

De medische foto’s waren tot circa 1940 vooral bedoeld als documentatie bij de patiëntendossiers. Daarna werden zij gebruikt als onderwijsmateriaal voor studenten geneeskunde en in 1991 werden ze toegevoegd aan de collectie van het museum.