Vanaf halverwege de 19de eeuw werd het mogelijk om patiënten onder narcose te krijgen. Daardoor konden chirurgen voor het eerst operaties uitvoeren die verder gingen dan het traditionele zetten van botbreuken, het steensnijden en het amputeren. Met een patiënt onder zeil kon een operatie vanzelfsprekend dieper in het lichaam doordringen en veel secuurder worden uitgevoerd.
In de pioniersjaren is de narcose vooral toegepast bij tandheelkundige ingrepen. Het narcosemasker van de Amsterdamse tandmeester Simon Nathan Dentz jr. uit 1848 is voor zover bekend het oudst bewaarde ter wereld. Tussenruimten bij neus- en mondgedeelte bevatten sponsjes. Door chloroform in de gootjes te gieten werden deze bevochtigd en de patiënt in slaap gebracht (en gehouden). Het mondstuk werd tijdens de ingreep verwijderd.