Hoe druk je slechtziendheid uit en hoe kan iedereen dit op dezelfde manier beoordelen?
Over deze vraag bogen artsen zich sinds lange tijd. Toen de oogheelkunde zich in de negentiende eeuw als apart specialisme ontwikkelde, werd de behoefte aan een betrouwbare test nog groter. Deze letterkaart van Snellen werd het hulpmiddel om wetenschappelijk nauwkeurig de visus oftewel gezichtsscherpte te bepalen. De kaart is in 1862 door de Utrechtse oogarts Herman Snellen sr. (1834-1908) ontwikkeld. Vóór de introductie van deze precieze methode kon de visus alleen ingeschat worden, bijvoorbeeld door iemand achteruit te laten lopen tot hij twee gescheiden punten niet meer kon herkennen. Maar het bleek moeilijk deze maat te vergeleken of objectief vast te leggen in een getal, terwijl dit met Snellens kaart wel kon.
“Na tal van proefnemingen hebben we den gewenschten maatstaf gevonden in den hoek, waaronder samengestelde vierkante letters scherp konden worden herkend..de Utrechtsche optotypi” schreef Snellen over zijn ontwerp. De bijzonder samengestelde letters moesten vanaf een bepaalde afstand, D (distantia), meestal 6 meter, onder vergelijkbare omstandigheden onderscheiden kunnen worden. De letters I, J, M, Q W en X werden weggelaten om verwarring tussen letters te voorkomen. Ook voor andere talen als Japans en Russisch ontwierp Snellen letterkaarten.
Voor analfabeten en kinderen gebruikte hij E-haken. De kaarten van Snellen zijn lange tijd als standaard over de hele wereld gebruikt.

Foto: Het Fotoatelier Utrecht
Zes jaar na de introductie van de kaart, in 1868, waren er naast Utrecht al diverse internationale verkooppunten in Londen, Edinburgh, Berlijn, Parijs en New York. De beroemde oogarts en Snellens collega Franciscus Donders had de kaart in 1862 op een oogheelkundig congres in Heidelberg gepresenteerd. Acceptatie van de methode en de verspreiding van de letterkaarten verliep vervolgens razendsnel. De kaarten konden bij het Utrechtse Ooglijders Gasthuis worden besteld en er werden in de periode tussen 1862 en 1903 maar liefst 32.000 exemplaren over de hele wereld verkocht.
De letterkaart maakt onderdeel uit van de collectie oogheelkunde van het Universiteitsmuseum Utrecht en is te bezichtigen.