Prof H. Snellen jr. (1865-1929) ontwikkelde deze skiascoop uit de periode 1900-1905. Het instrument bestaat uit lenzen van verschillende sterkte, die als een waaier in een metalen houder gevat zijn Door de beweegbare lenzen met elkaar te combineren zijn meer verschillende sterktes verkrijgbaar dan het aantal lenzen aan het instrument!
De refractie (breking van de lichtstralen in het oog) kan subjectief en objectief bepaald worden. Bij subjectieve meting bepaalt de onderzochte persoon zelf of de corrigerende glazen die voor zijn ogen gehouden worden voldoende effect hebben. Bij een objectieve meting hoeft diegene die onderzocht wordt niet direct mee te werken en kan de oogarts met zijn onderzoek bepalen welke sterkte er nodig is voor een juiste visuele correctie. Skiascopie kan een aanvullende oogmeting zijn na de bepaling van het gezichtsvermogen met behulp van de letterkaart van Snellen.